
Kerkgebouw
KLOOSTERPAND
Een vierkant ‘kloosterpand’ was kenmerkend voor een grote kapittelkerk. Van dit ‘claustrum’ is hier helaas enkel de oostelijke gang overgebleven. Samen met overblijfselen van de kapittelzaal werd het grootste gedeelte van het 13e eeuwse romaanse kloosterpand afgebroken begin 20ste eeuw.
De 13e eeuwse oostelijke kloostergang in zandsteen werd sterk gerestaureerd begin 20ste eeuw. De buitenmuren zijn – in stijleenheid met het kerkgebouw – voorzien van silexbreuksteen in onregelmatig metselverband. Daglicht valt binnen onder de zesdelige rondboogarcade van hardsteen, gedragen door hardstenen zuiltjes met knoppenkapiteel. Daarboven in zandsteen de originele romaanse booglijsten op gesculpteerde consoles, waarvan drie ‘mascarons’ (fantasiegezichten).
De heldere vensters geven een zicht op de mooie binnenhof (in aanleg) en de dekenij uit 1825.
Aansluitend op de kloostergang, op de plaats van de voormalige kapittelzaal, werd begin 20e eeuw een nieuwe grote sacristie gebouwd, ook in breuksteen en met rechthoekige vensters in een hardstenen omlijsting met negblokken.
Op de verdieping boven de sacristie, bereikbaar langs een trappentoren, bevindt zich een prachtige zaal met houten gebinte.
Doorheen de ramen van de sacristie en de bovenzaal en vanaf de binnenhof hebben we een schitterend uitzicht op het diepe zuiddal van Borgloon en de Bolleberg.
Rob Vannut geeft uitleg over de wijdingssteen en het doopvont in de kloostergang

DE KERK ALS GEBOUW
De plattegrond van de huidige kerk beschrijft een vijfbeukig gebouw van zes traveeën met gedeeltelijk ingebouwde westertoren, een transept van twee traveeën met vlakke sluiting, en een koor met vlakke sluiting, met aan weerszijde een zijkoor met absidiale sluiting.