
SCHRIJN VAN DE H. ODILIA
OUDSTE KUNSTWERK OP PANEEL IN DE BENELUX
De H. Odilia wordt vereerd als een martelares uit de 4de– 5de eeuw. Haar legende ontstaat in de 13de eeuw en is nauw verbonden met de oudere legende van de H. Ursula. Zij is een van de maagden die in Keulen in handen vallen van de Hunnen en worden vermoord. De devotie voor de H. Odilia werd in onze contreien vooral door de Kruisheren verspreid. De eeuwen door hebben generaties mensen vertroosting en hoop gevonden bij Sint Odilia.
Van elf naar elfduizend
Ursula en haar gezellinnen – zo gaat het verhaal – stierven rond 350-450 in Keulen de marteldood en werden als heiligen vereerd.
Eerst werd gesproken over ‘maagden’ zonder aantal of naam. Vanaf 827 kregen zij namen: ‘Saula’ en even later ‘Martha, Saula en anderen’. Begin 10de eeuw had men elf namen.
Dan leidde een Latijnse tekst ‘XI M V’ (elf martelaren-maagden) die verkeerd werd gelezen, tot ‘elfduizend maagden’. En het verhaal van ‘Ursula en haar elfduizend maagden’ was geboren…
De legende en H. Odilia
De legende werd neergeschreven in 975 als de ‘Passio Ursulae’.
Ursula leidde een groep adellijke vrouwen die kloosterlijk leefden (op een boot!). Een heidense koning vraagt haar ten huwelijk maar zij bedingt drie jaar uitstel. De groep verzeilt te boot in Keulen. Na een visioen van Ursula besluiten ze naar Rome te trekken voor een pausbezoek. Door het visioen heeft Ursula kennis gekregen van haar marteldood. Bij hun terugkeer is Keulen bezet door de Hunnen. De Hunnenkoning vraagt Ursula ten huwelijk. Zij weigert, waarop alle elfduizend maagden worden vermoord. Op Cordula na, die zich verstopt en ontkomt. Met spijt om haar lafheid biedt ze een dag later alsnog zich vrijwillig aan voor de marteldood. De Hunnen verlaten daarna plots Keulen.
We spreken voortdurend over Ursula, hoe heeft Odilia hiermee te maken? Odilia was één van de elf maagden die elk duizend andere vrouwen leidden.
Verrassende vondst
Toen begin 12de eeuw in Keulen een oude begraafplaats werd aangetroffen met vele skeletten, geloofde men de resten van de elfduizend maagden te hebben gevonden. De ‘Passio Ursulae’ werd aangepast. En de ‘relieken’ (inclusief mannelijke) werden alom verspreid.
LEGENDE
Te Parijs leeft in 1287 de Kruisbroeder Johannes van Eppa, een historische figuur rond wie een legende ontstaat. Er bestond al een levendige verering voor de maagden die in Keulen de marteldood stierven, onder wie Ursula en Odilia. De Keulse vondst van skeletten begin 12e eeuw gaf de verering een boost, ook hier in onze landen die met de Duitse natie nauw verbonden waren.

WEDERWAARDIGHEDEN
In 1292 lieten de Kruisheren van Hoei dit schrijn maken voor de Odiliarelieken. Toen in 1440 de relieken werden overgeplaatst in een nieuw schrijn van Doornikse makelij, bleef het oude houten schrijn ter plaatse bewaard. Tijdens de Franse Revolutie werden alle kloosters gesloten en nam kruisheer Lambertus Hayweghen de relieken in het oude schrijn mee naar zijn geboortestad Borgloon.
WIST JE DAT …
In het koor van de voormalige kloosterkerk van Colen Borgloon de legende van de H. Odilia en Johannes de Eppa wordt uitgebeeld in een reeks geschilderde taferelen van Martin Aubé uit 1764.
Merkwaardig, deze schilderingen stammen uit de tijd toen Colen nog een Kruisherenklooster was, terwijl het Sint-Odiliaschrijn nog in Huy stond.